top of page

Huishoudelijk reglement
(januari 2024)

De Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse is een vereniging (V.Z.W.), die bestaat uit een groep van analytici, die elkaars kennis, kunde en ervaring erkennen en als gelijken aandacht hebben voor elkaar en voor ieders evolutie. Zij coöpteren elkaar en verbinden zich tot permanente vorming in samenwerking en dialoog met elkaar.

De Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse is als vereniging aangesloten bij de International Association of Analytical Psychology, Zürich, en heeft als doelstelling o.a. het opleiding van analytici die geschoold zijn om in de (poly)klinische praktijk van analyticus en analysand te werken.

I. Opleidingsvoorwaarden

 

1.1. Aanvraag en procedure om het opleidingstraject tot analyticus binnen de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse te volgen.

De aanvraag wordt schriftelijk of per email ingediend bij de voorzitter, samen met de nodige bewijsstukken: curriculum Vitae, kopie van het universitair diploma, attest van één jaar stage in een klinisch-psychiatrische setting indien losstaand van het universitair diploma. De postulant verklaart kennis te hebben genomen van de statuten, de deontologische code en het huishoudelijk reglement en verklaart zich ermee akkoord.

 

De voorzitter bevestigt de ontvangst van de toegezonden documenten en hij maakt alle nodige inlichtingen over aan de leden het opleidingscomité. Het opleidingscomité onderzoekt de kandidatuur en deelt zijn besluit mee aan de voorzitter:

  • Beslissend i.v.m. de aspiranten

  • Adviserend i.v.m. de kandidaten, de leden en de leeranalytici. Het advies kan gunstig, ongunstig of verdeeld zijn
     

Het opleidingscomité beslist bij gewone meerderheid.
 

De beslissing en het advies worden door de voorzitter meegedeeld aan de algemene vergadering.
 

De persoonlijke analyticus van de aanvrager neemt nooit deel aan deze deliberaties, behalve voor het toekennen van de titel van de leeranalyticus.


De voorzitter maakt één week vóór de datum van de algemene vergadering aan alle leden de lijst van de aanvrager(s) over, samen met de nuttige inlichtingen betreffende hun aanvraag en het advies van het opleidingscomité.


Elk lid van de School kan zich ten laatste 14 dagen vóór de algemene vergadering tegen een aanvraag verzetten, door zijn motivering schriftelijk of per email op te sturen naar de voorzitter, die er de algemene vergadering van in kennis stelt.

 

1.2. Het statuut van aspirant
 

Aanvaardingsvoorwaarden en procedure
 

Het statuut van aspirant is een verplichte eerste tweejarige fase van de opleiding.

Een master diploma in de psychiatrie, klinische psychologie of klinische orthopedagogie, inclusief één jaar klinisch-psychiatrische stage is vereist. Ook een equivalent master diploma in de menswetenschappen komt in aanmerking: dit wordt beoordeeld door het opleidingscomité. Één jaar klinische-psychiatrische ervaring in een ziekenhuismilieu is in elk geval noodzakelijk. Het opleidingscomité bepaalt ook welke bijkomende universitaire theoretische opleiding de aspirant dient te volgen.

 

De postulant heeft zich reeds geëngageerd in een persoonlijke analyse, minimaal 80 sessies bij een door de IAAP erkende analyticus. Een persoonlijke analyse bij een lid dat erkend is door een andere psychoanalytische vereniging wordt beoordeeld door het opleidingscomité.

 

De postulant maakt een afspraak met twee leden van het opleidingscomité naar eigen keuze (niet met de eigen analyticus) en bespreekt daarbij zijn motivatie, zijn verlangens, zijn projecten en verwachtingen in het kader van de opleiding. Deze gesprekken worden gehonoreerd.

 

Het opleidingscomité beslist over de aanvaarding, die jaarlijks geëvalueerd wordt.

 

De aanvrager (hierna ook genoemd als hij) heeft zich voldoende lang geëngageerd in een persoonlijke analyse; andere psychotherapeutische ervaringen kunnen in aanmerking genomen worden. Het opleidingscomité zal dit beoordelen.

 

Hij verklaart zich schriftelijk akkoord met de statuten, de deontologische code en het huishoudelijk reglement.

 

Opzet en verloop van de het aspirant-lidmaatschap

​​

De aspirant start de theoretische opleiding door deel te nemen aan de theoretische opleidingsseminaries. Hij kan ook deelnemen aan bepaalde activiteiten die de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse organiseert (ateliers, leesseminaries, studiedagen).

 

Tijdens deze fase leren de leden van het opleidingscomité en de aspiranten elkaar beter kennen. De aspirant engageert zich om te werken aan wat door het opleidingscomité als noodzakelijk wordt geacht voor zijn evolutie, zowel op kwantitatief als op kwalitatief gebied.

 

De aspirant is evenwel nog geen lid van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse en komt niet voor op de lijst van de practic, de leden-psychoanalytici zoals die op de website is terug te vinden.

 

De aspirant die al een psychotherapeutische praktijk heeft kan supervisie aanvragen bij een van de leeranalytici van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse. Hij brengt het opleidingscomité hiervan op de hoogte.

1.3. Het statuut van kandidaat

Aanvaardingsvoorwaarden en procedure

De postulant heeft zich verder geëngageerd in zijn persoonlijke analyse, tot een totaal van minimaal 250 sessies bij één van de leden van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse.

 

De postulant heeft als aspirant gedurende twee jaar op actieve wijze het opleidingsprogramma gevolgd en heeft bewezen voldoende theoretische kennis te bezitten op het gebied van analytische psychologie en de psychoanalyse. Deze kennis heeft hij aangetoond door persoonlijk theoretisch werk dat hij heeft voorgelegd aan de leden van het opleidingscomité.

 

In zijn jaarlijkse evaluatie met het opleidingscomité spreekt hij op een doorleefde manier over de eigen analytische ervaring, vooral waar dit een rol speelt in zijn klinisch werk.

 

Hij dient de noodzakelijke kwaliteiten te bezitten om een analytische praktijk aan te vatten onder supervisie van leeranalytici van de Belgische

School voor Jungiaanse Psychoanalyse.

 

Het opleidingscomité onderzoekt en evalueert de aanvraag tot het bekomen van het statuut van kandidaat en deelt zijn advies mee aan de voorzitter, die het voorlegt aan de Algemene Vergadering, die uiteindelijk over de aanvaarding als kandidaat beslist. De Algemene Vergadering kan het advies aanvaarden of weigeren: een twee derde meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen is nodig voor de aanvaarding als kandidaat.

 

Opzet en verloop van het kandidaat-lidmaatschap

Het opzet van het kandidaat-lidmaatschap is, naast het voortzetten van de theoretische opleiding, het verwerven van klinische praktijkervaring met eigen analysanden, onder supervisie van leeranalytici van de Belgische School voor Psychoanalyse. Supervisie beoogt een persoonlijk analytische leer- en groeiproces bij de kandidaat, dat zich kan manifesteren in de analytische relatie met zijn analysanden.

 

Hij is nog geen lid van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse, maar wordt wél vermeld op de lijst van de practici.

 

1.4. Het statuut van lid

Aanvaardingsvoorwaarden en procedure

De postulant heeft zich geëngageerd in een persoonlijke analyse van minimaal 240 sessies.

 

Om toegelaten te worden als lid heeft de aanvrager op actieve wijze het opleidingsprogramma gevolgd, dat door het opleidingscomité georganiseerd wordt voor de kandidaten en heeft hij in supervisie aangetoond dat een echt leerproces plaatsvond. Deze supervisies omvatten minstens 150 werkuren verspreid over minstens twee jaar (de supervisies door een leeranalyticus van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse, tijdens de periode dat de aanvrager nog aspirant was, mogen meegerekend worden). Ze vonden plaats met minstens twee leeranalytici, maar niet met de persoonlijke analyticus, en hadden betrekking op minstens 180 analytische werkuren

 

Met een klinisch werkstuk (uitgeschreven en mondeling voorgebracht) toont de aanvrager zijn analytische bekwaamheid aan: het respecteren van de techniek, het begrijpen van de theorie, het hanteren van de analytische relatie en het stimuleren van het zichzelf begrijpen en aanvaarden door de analysand.

 

De aanvraag die van het opleidingscomité een gunstig of verdeeld advies kreeg wordt onderzocht door de Algemene Vergadering. De leeranalytici van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalytici lichten hun ervaringen met de kandidaat toe aan de Algemene Vergadering.

 

De Algemene Vergadering aanvaardt of weigert de coöptatie van de postulant als lid. Een twee derden meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen is vereist.

 

De eigen analyticus neemt niet deel aan de beraadslaging en brengt géén stem uit.

 

Permanente vorming

De leden van de Belgische School voor Jungiaanse Psychoanalyse werken samen als gelijken, die elkaars kennis, kunde en ervaring erkennen en aandacht hebben voor elkaar en ieders evolutie. Zij coöpteren elkaar en engageren zich tot een permanente vorming in een actieve samenwerking en dialoog.

 

1.5. De titel van leeranalyticus

De postulant dient zijn aanvraag in bij de voorzitter, die het overmaakt aan de Algemene Vergadering, samen met het gevolgde curriculum.

 

Over de benoeming tot leeranalyticus beslist de algemene vergadering. Een meerderheid van twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen is noodzakelijk.

Aanvaardingsvoorwaarden

Alle leden kunnen, zeven jaar na hun toelating als lid, een aanvraag indienen.

 

De postulant heeft voldoende analytische ervaring en praktijk, heeft blijk gegeven van een actieve inzet in het leven van de School, is actief op wetenschappelijk gebied en heeft gepubliceerd op het gebied van de psychoanalyse. In het kader van de School heeft hij verschillende uiteenzettingen gegeven, waarvan de wetenschappelijke psychoanalytische waarde geapprecieerd werd. Hij wordt door de collega's erkend omwille van zijn professionele competentie en nauwgezetheid en ook omwille van zijn didactische en ethische kwaliteiten.

 

Lijst leeranalytici - supervisoren

Walter De Clercq, Osylei 17A, 2640 Mortsel, walter.de.clercq2@telenet.be

Jos de Vogelaer, 1 rue du Moulin, 1357 Hélécine, jdevogelaer@gmail.com

Marc Leysen, Alice Nahonlei 72, 2900 Schoten, m.leysen@skynet.be

Jan Tilley, Bosstraat 12, 9255 Buggenhout, jan.tilley@skynet.be

Dirk Vergaert, Rode Heuvel 2A/61, 9230 Wetteren, dirk.vergaert@telenet.be

 

1.6. De titel van erelid

De Algemene Vergadering kan de eretitel toekennen aan leden, als dank voor diensten bewezen aan de School.

II. De institutionele organen

 

2.1. Raad van Bestuur

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk tegenover de Algemene Vergadering. Het bestuur treft alle schikkingen die nodig zijn om de beslissingen van de algemene vergadering uit te voeren.

 

Samenstelling

Er zijn minstens drie en hoogstens zeven bestuurders. De duur van hun mandaat wordt bepaald door artikel 20 van de statuten.

 

Kandidaturen worden ingediend bij de voorzitter.

 

Voorzitter, vicevoorzitter, secretaris, penningmeester en andere bestuurder worden verkozen door de algemene vergadering. Een meerderheid van de twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen is nodig voor hun verkiezing.

 

Leden

Dirk Vergaert, voorzitter

Marie-Anne Smet, secretaris

Jos de Vogelaer, vicevoorzitter, penningmeester

Claudia Stiens, bestuurslid

 

2.2. Opleidingscomité

Het opleidingscomité bestaat uit minstens vier leden waaronder minstens twee leernanalytici, verkozen door de Algemene Vergadering (bij eenvoudige meerderheid) voor twee jaar. Hun mandaat is tweemaal verlengbaar. Niet-leeranalytici moeten minstens vijf jaar lid van de School zijn. De aanvraag wordt bij de voorzitter ingediend.

 

Het opleidingscomité komt drie keer per jaar samen.

 

De leden van het opleidingscomité duiden onder elkaar een verslaggever aan.

 

De aspiranten en de kandidaten hebben minstens één keer per jaar een ontmoeting met het opleidingscomité om hun opleiding te evalueren. De leden van het opleidingscomité staan ter beschikking van aspiranten en kandidaten wanneer zij erom vragen.

 

Verantwoordelijkheid

Het opleidingscomité is verantwoordelijk tegenover de Algemene Vergadering. Het onderzoekt alle aanvragen ('zie aanvaardingsvoorwaarden') en brengt er verslag over uit bij de voorzitter, die de beslissingen en adviezen overmaakt aan de algemene vergadering.

 

Het opleidingscomité evalueert het werk van de aspiranten en waakt over het opleidingscurriculum van de kandidaten. Het past de inhoud van de opleiding aan naargelang de behoeften van elk.

 

Het opleidingscomité kan aspiranten uitsluiten die niet beantwoorden aan de vereisten van de statuten en het huishoudelijk reglement. Het kan aan de Algemene Vergadering voorstellen om kandidaten uit te sluiten die niet beantwoorden aan de vereisten van de statuten en het huishoudelijk reglement.

 

Het opleidingscomité is ook verantwoordelijk voor de organisatie van wetenschappelijke activiteiten (cursussen, seminaries, lezingen, workshops, ontmoetingen met andere verenigingen, enz.) en is belast met de publicaties van de School. Het kan zich bij deze taak laten bijstaan door leden die geen deel uitmaken van het opleidingscomité.

 

Leden van het opleidingscomité

Walter De Clercq, Osylei 17A, 2640 Mortsel, walter.de.clercq2@telenet.be 00 32 (0) 496 13 64 81

Jos de Vogelaer, 1 rue du Moulin, 1357 Hélécine, jdevogelaer@gmail.com 00 32 (0)472 23 99 85

Marc Leysen, Alice Nahonlei 72, 2900 Schoten, mleysen@skynet.be  00 32 (0)3 685 07 27

Marie-Anne Smet, Verbindingslaan 14, 1060 Brussel, marieanne.smet@skynet.be

00 32 (0) 475 82 44 03

 

2.3. Ethische commissie

 

Werking

De ethische commissie staat ter beschikking van ieder lid dat wenst te spreken over een ethisch probleem dat hem alleen betreft. Dergelijk initiatief wordt geheim gehouden.

 

De ethische commissie is belast met het ontvangen van alle klachten betreffende het niet respecteren van de deontologische code, en met het onderzoeken ervan, rekening houdend met alle partijen. Op deze basis oordeelt zij of het bij dit onderzoek kan blijven.

 

De ethische commissie is bevoegd om kleinere sancties uit te spreken. Grotere sancties worden voorgesteld aan het uitgebreid bureau (ethische commissie en raad van bestuur). Ze zijn voorlopig van kracht en worden ter beoordeling voorgelegd aan de eerstvolgende algemene vergadering, die ze kan bekrachtigen.

 

Kleinere sancties zijn: waarschuwing, blaam, herstellende maatregelen en probatiemaatregelen voor een beperkte duur. Grotere sancties zijn: de tijdelijke opheffing uit een functie of uit de School, en de uitsluiting.

 

De ethische commissie kan voorstellen doen die ze noodzakelijk acht op ethisch gebied.

 

Samenstelling.

De ethische commissie bestaat uit drie leden die minstens vijf jaar lid zijn van de school. Ze worden verkozen door de algemene vergadering (bij eenvoudige meerderheid) en zijn voor één derde vernieuwbaar om de twee jaar. Hun mandaat is tweemaal verlengbaar. De algemene vergadering duidt ook drie plaatsvervangers aan. Kandidaturen worden ingediend bij de voorzitter.

 

Leden van de ethische commissie

Jos De Vogelaer, 1 rue du Moulin, 1357 Hélècine, 00 32 (0)472 23 99 85

Marie-Anne Smet, Verbindingslaan 14, 1060 Brussel, 00 32 (0) 475 82 44 03

Vervangende leden

Walter De Clercq, Osylei 17 A, 2640 Mortsel, 00 32 (0) 3 216 04 48

 

bottom of page